Ik ben boeddhist. Dat wil zeggen: ik ben een in Rotterdam geboren Nederlander die probeert toe te passen en voor te leven wat hem door andere boeddhisten wordt verteld en voorgeleefd.
In mijn geval zijn dat vooral Tibetanen. De dalai lama, Samdhong Rinpoche, Dagpo Rinpoche, en anderen. Ik heb hen allen persoonlijk ontmoet. Het zijn geen bang aangelegde mannen. Ze hebben de gewoonte te zeggen wat gezegd moet worden, ook als dit voor degene die het moet aanhoren minder prettig is.
Met name Samdhong Rinpoche windt er geen doekjes om. Ik heb in India een jaar lang met hem opgetrokken. Hij is niet voor de poes: dat ligt me wel. Hij had een Rotterdammer kunnen zijn.
Binnenkort (10-12 mei 2014) bezoekt de dalai lama (78) Nederland. Zijn bezoek wordt zorgvuldig voorbereid door goedwillende, hardwerkende vrijwilligers. Maar die voorbereiding komt vooral neer op voorkoken. Het bezoek wordt geregisseerd—alsof het een belangrijk optreden is. De dalai lama heeft een eigen politiek-religieuze agenda, en daarvan mag niet teveel worden afgeweken. Ik begrijp dat: zijn raison d’être ís het lot van het Tibetaanse volk. Het is een wreed lot, dat aandacht verdient.
Maar dit betekent niet dat met de dalai lama niet over andere zaken gesproken mag worden. Over geweld, macht en seks, bijvoorbeeld, en over de misdragingen van Tibetaanse geestelijken.
Ik weet niet welke media-optredens zijn ingeroosterd. Maar ik verwacht niet dat deze onderwerpen tijdens het komende bezoek van de dalai lama spontaan aan bod zullen komen. Dat is niet terecht, en ik vind dat daaraan iets moet gebeuren: de dalai lama is niet alleen verantwoordelijk voor het Tibetaanse volk, maar ook voor Nederlanders die zich door hem laten overtuigen boeddhist te worden.
Zijn eigen houding en gedrag roepen vragen op, net als die van andere Tibetaanse geestelijken. Over enkele dagen is hij hier en kan hij deze vragen rechtstreeks beantwoorden, ‘fair and square’. Misschien wel voor het laatst.
Speciaal voor deze gelegenheid schreef ik het essay ‘De dalai lama in Nederland: Meer geliefd dan gekend’. Ik moedig lezers die daartoe in de gelegenheid zijn de dalai lama zelf over de onderwerpen in het stuk te bevragen.
Hij is stukken minder Rotterdams dan Samdhong Rinpoche, en dat is misschien maar goed ook. Maar dat wil niet zeggen dat de dalai lama geen persoonlijke verantwoordelijkheid heeft waarop hij mag worden aangesproken. Integendeel: óók wanneer het niet goed uitkomt, óók als hij het liever niet wil horen. Als ik een advies mag geven: doe het recht voor zijn raap, nu het nog kan.
De dalai lama in Nederland: Meer geliefd dan gekend
(• open boeddhisme •, 3-4 mei 2014, ong. 6.600 woorden)