Het door de media gecolporteerde beeld van het humeurige, verveelde en moeilijke rock ’n rollgenie verdient bijstelling. Want voldeed Reed in de meeste interviews aan dat beeld, hier zat een andere Reed, een zachtmoedige, ernstige man die sprak over iets dat hem dierbaar was. Geluid.
Hij had juist een album afgeleverd dat ‘Hudson River Wind Meditations’ heet, waarin hij de ‘dagelijkse kakofonie’ verving door ‘nieuwe en geordende geluiden van een onvoorspelbare aard’. Ze dienden hem (en mogelijk ook anderen) ter ondersteuning bij zijn tai-chi en meditatieoefeningen, maar eigenlijk luisterde hij er thuis eindeloos naar. Net als ik nu, terwijl ik dit schrijf. Ik hoor geen melodie, geen toon-soort, maar alleen geluid, een geluid dat ik oceanisch zou willen noemen, met veel diepte en zwelling; het trilt en resoneert in je binnenste. Zou je het zichtbaar maken dan zou je een golvende lijn zien.
Wim Boevink (2013)