De betovering van Carl Sagan
Opwinding bij wetenschapsjournalisten: dit weekend wordt de eerste aflevering van de documentaireserie ‘Cosmos: A Spacetime Odyssey’ uitgezonden. In ‘De Wereld Draait Door’ kwamen Diederik Jekel en Govert Schilling superlatieven tekort voor het origineel uit 1980: ‘Cosmos: A Personal Voyage’.
Hun enthousiasme voor de remake is niet moeilijk verklaren. Presentator en sterrenkundige Carl Sagan (1934-1996) maakte met de dertiendelige televisieserie ‘Cosmos’ furore. Een half miljard mensen in 60 landen keek ernaar. Componist en musicus Vangelis bereikte dankzij de soundtrack voor het eerst een massapubliek. Sagans begeleidende boek werd door recensenten lovend ontvangen. De literaire kwaliteit van zijn teksten gaf het hele genre een impuls: Cosmos is de eerste populair-wetenschappelijke uitgave waarvan meer dan een half miljoen exemplaren zijn verkocht. Wereldwijd staat de teller op meer dan 5 miljoen—alleen Stephen Hawkings A Brief History of Time(1988) verkocht beter.
Doorbraak
Ook voor Carl Sagan betekende de serie een doorbraak. Hij won daarvoor al de Pulitzer prijs voor The Dragons of Eden (1977), over de evolutie van menselijke intelligentie. ‘Cosmos’ maakte Sagan exponent van zijn generatie natuurwetenschappers en een ware celebrity. Hij gebruikte het verkregen aanzien om kijkers en lezers waardering bij te brengen voor een sceptische houding en kritisch denken. Behalve zijn werk als sterrenkundige prijzen wetenschapshistorici en -journalisten dan ook Sagans bijdrage aan het populariseren van wetenschap en de wetenschappelijke methode. De huidige generatie wetenschappers met een breed publiek, Richard Dawkins bijvoorbeeld, haalt hem nu nog aan als voorbeeld.
Sagan noemde zich agnost, al vertoont zijn denken verwantschap met het pantheïsme van Albert Einstein of Baruch Spinoza. Hij schreef over buitenaardse intelligentie, het koloniseren van de ruimte en over de relatie tussen religie of spiritualiteit en wetenschap. Een bekend Sagan-citaat luidt: ‘Uitzonderlijke aanspraken vereisen uitzonderlijk bewijs.’ In The Demon-Haunted World (1996) laat Sagan zich dan ook kritisch uit over traditionele religieuze opvattingen, fundamentalisme, pseudowetenschap en New Age.
Dalai Lama
Hij verwijst in dit boek onder meer naar een gesprek dat hij met de veertiende dalai lama voerde. ‘In een theologische discussie met geestelijk leiders vraag ik meestal hoe zij zouden reageren zodra een vitaal leerstuk door wetenschappers wordt weerlegd. Toen ik de huidige, veertiende dalai lama deze vraag stelde gaf hij zonder aarzelen een antwoord dat geen conservatieve of fundamentalistische geestelijk leider hem nazegt’, aldus Sagan. De dalai lama antwoordde: ‘In dat geval moet het Tibetaans boeddhisme zich aanpassen.’ Om zeker te zijn, schrijft Sagan, vroeg hij de dalai lama of dit antwoord ook geldt wanneer een ‘echt centraal leerstuk’ in twijfel wordt getrokken: ‘Ook dan, antwoordde hij. Maar—voegde hij met een geamuseerde blik eraan toe—het valt nog niet mee reïncarnatie te weerleggen.’ De dalai lama ziet het goed, oordeelt Sagan: ‘Religieuze leerstukken die zich aan weerlegging onttrekken hebben van de wetenschappelijke vooruitgang weinig te duchten.’
Hun ontmoeting vond plaats tijdens het bezoek van de dalai lama aan het Computer Theory Center van Cornell University in maart 1991. Onderzoekers van het Program of Computer Graphics toonden hem daar een driedimensionale computeranimatie van de Vajrabhairava mandala. Voor mijn onderzoek naar boeddhisme en wetenschap beschik ik over de nooit uitgezonden filmopnamen van zijn gesprek met Sagan.
Ann Druyan
Kort voor het tweede bezoek van de dalai lama aan Cornell University in 2007 hield Sagans weduwe Ann Druyan (1949) de lezing ‘A Meeting of Two Minds: Carl Sagan and the Dalai Lama’. Ook dit werd gefilmd, de hele lezing kan via YouTube worden bekeken. Druyan is co-auteur van de oorspronkelijke serie ‘Cosmos’. Ze schreef mee aan The Demon-Haunted World en produceerde de film ‘Contact’—naar een boek van Sagan. Momenteel treedt ze op als co-producent en co-auteur van de remake van ‘Cosmos’. Tijdens haar lezing aan Cornell University toonde Druyan een fragment uit het gesprek met de dalai lama. Volgens haar was Sagan na afloop opgetogen: ‘Ik herinner me dat hij bij thuiskomst echt opgewonden was over de reactie van de dalai lama die, zoals jullie hebben kunnen horen, was: “Ja, natuurlijk, zouden we toegeven. We willen geen dingen geloven die niet waar zijn.” Onmiddellijk. Carl was helemaal betoverd.’
Terugkijkend prees Ann Druyan de ‘uitzonderlijke openheid’ van de dalai lama. Ze zei in hem nergens een ‘defensieve houding’ te bespeuren. Ook vertelt ze dat het niet bij deze ene ontmoeting is gebleven. In december 1991 sprak Sagan de dalai lama opnieuw, dit keer in India. Na een urenlange conversatie namen de twee zich voor een film te maken waarin ze elkaar overal ter wereld, tegen de achtergrond van de mooiste natuurlijke decors, met elkaar in gesprek zouden gaan. De film die volgens Druyan een breed publiek inzicht zou hebben gegeven in de relatie tussen religie en wetenschap werd nooit werkelijkheid.
Ze attendeert haar publiek op het toen net verschenen boek The Universe in a Single Atom (2006) waarin de dalai lama zijn kennismaking met wetenschap en wetenschappers beschrijft. ‘Het beeld daaruit komt volledig overeen met de persoon die ik die dag in India heb ontmoet. Het is het werk van een briljante, onderzoekende geest, die niet bang is van zijn meest dierbare geloofsartikelen te worden beroofd,’ aldus Druyan. Op een vraag uit het publiek antwoordt ze dat Sagan en de dalai lama het belang van ‘geloof’ of ‘geloven’ zozeer relativeerden dat dit onderwerp tussen hen beiden nauwelijks ter sprake kwam.
Het voorbehoud
Wie alleen op de herinneringen van Sagan en Druyan afgaat krijgt een verkeerde indruk van de pointe van de dalai lama’s inbreng in deze gesprekken. Het filmmateriaal waaraan zij de passage ontlenen die hun conclusies onderbouwt toont dit aan. De dalai lama maakt namelijk een subtiel voorbehoud, dat Sagan en Druyan kennelijk is ontgaan. Hij gebruikt daarvoor een argument dat hij ontleent aan de 14e eeuwse Tibetaanse denker Tsongkhapa. Dat is niet nieuw: de dalai lama doet dit al vanaf zijn eerste kennismaking met wetenschap in de late jaren ’50. Talloze ontmoetingen met wetenschappers later maakt de dalai lama nog steeds hetzelfde punt.
Zijn voorbehoud komt hierop neer: dat wetenschappers het bestaan van een bepaald verschijnsel (reïncarnatie bijvoorbeeld) niet waarnemen, betekent niet dat ze het bestaan van dat verschijnsel hebben weerlegd. Omdat ze niet verder kunnen springen dan hun polsstok lang is, moeten wetenschappelijk onderzoekers wat de dalai lama betreft rekening houden met een fundamentele beperking van de rede: deze kan niet meer weerleggen dan zij kan aantonen. Zoals Donald Lopez, auteur van Buddhism and Science (2008) en The Scientific Buddha (2012) schrijft: ‘Wie bewijst dat een konijn geen gewei draagt hoeft er niet over in te zitten dat daaruit volgt dat dat konijn geen hoofd heeft.’
de crux
De crux van het gesprek is de reactie van de dalai lama op een vraag van Sagan: ‘Er is geen wetenschappelijke bevinding denkbaar die u doet toegeven dat de boeddhistische leer onjuist is of dat u niet langer een boeddhist bent?’ De dalai lama antwoordt: ‘Boeddhisten moeten wetenschappelijke bevindingen die voortkomen uit zorgvuldig onderzoek zonder meer accepteren, denk ik. Geen probleem.’ Achter het woord ‘zorgvuldig’ gaat het voorbehoud van de dalai lama schuil, al blijft het impliciet. Dat maakt zijn reactie niet minder oprecht: omdat de dalai lama zich geen wetenschappelijke bevindingen kan voorstellen die hem in een niet-boeddhist zouden veranderen, kan hij zich geen wetenschappelijke bevindingen voorstellen die hij als boeddhist niet zou accepteren.
Uit deze houding echter kan—anders dan Sagan en Druyan menen—geen volstrekte openheid of gebrek aan weerstand aan de kant van de dalai lama worden afgeleid. Eerder vrijblijvendheid. Openheid en weerstand zijn niet omgekeerd evenredig, en soms verstopt men zich het best in het zicht. Zolang hij zelf mag bepalen wat onder ‘zorgvuldig onderzoek’ wordt verstaan is de reactie van de dalai lama daarom niet goed of fout, waar of onwaar, terecht of onterecht, maar nietszeggend. In zó’n voorbehoud kan de dalai lama hele beschavingen kwijt! Daarom: wie wil weten hoe de dalai lama denkt moet hem niet vragen wat wetenschap tegenover religie vermag—óf andersom—maar hoe hij zelf fantasie en werkelijkheid scheidt.
• Ann Druyan: ‘A Meeting of Two Minds: Carl Sagan and the Dalai Lama’ (Anabel Taylor Auditorium, Cornell University, 28 september 2007)